De laatste week in Straatsburg: terugblik op de voorbije vijf jaar in Europa

De laatste sessie in Straatsburg van deze legislatuur zit erop. De laatste dossiers zijn afgerond. De laatste akkoorden gestemd. Die sessie blijft altijd heel erg bijzonder. Je neemt afscheid van collega’s die het Parlement en de Europese politiek definitief vaarwel zeggen, je wenst anderen succes met de campagne en spreekt stilletjes de hoop uit elkaar na de verkiezingen opnieuw te mogen begroeten. Je blikt terug op de afgelopen legislatuur. Je viert de hoogtepunten en werpt de tegenslagen van je af. Dat blijft toch emotioneel.

Het waren vijf uitzonderlijke jaren. De Europese Unie kreeg crisis na crisis over zich heen. Van de pandemie tot de oorlog in Oekraïne. Van de energiecrisis tot de gruwel in Gaza. Van de Brexit tot de boerenprotesten. Niemand had kunnen voorspellen dat het zo’n uitdagende legislatuur zou worden.

Ik ben bijzonder trots op wat we de afgelopen vijf jaar hebben bereikt. Toen in aanloop naar de verkiezingen van 2019 duizenden jongeren de straten van Europese steden optrokken met de roep om actie tegen klimaatverandering, pleitte ik in debatten voor een ambitieus klimaatbeleid en een klimaatwet. Velen noemden dat idee toen onhaalbaar. Sommigen spraken zelfs van politieke fictie. Vandaag hebben we de Green Deal en de Europese klimaatwet, die ervoor zullen zorgen dat Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent ter wereld zal zijn. We trokken alle sectoren mee in het bad. Vandaag zit Europa op een pad om de uitstoot tegen 2030 met 55% te doen dalen en met het sociaal klimaatfonds maakten we voor het eerst een link tussen ambitieus klimaatbeleid en sterk sociaal beleid. Dat is een belangrijke eerste stap.

Het is niet het enige dossier waarvan lange tijd werd gedacht dat het naïef was te denken dat we het op Europees niveau zouden realiseren. We legden het Europees minimumloon op tafel, in het idee dat wie werkt in de Europese Unie recht heeft op een waardig loon. Binnenkort zullen meer dan 24 miljoen Europeanen met de laagste lonen hun loon zien stijgen. Dankzij Europa.

We zetten opnieuw een stap in het dichten van de loonkloof en het bestrijden van loondiscriminatie. Dankzij de loontransparantierichtlijn krijgen werknemers meer transparantie en macht om gelijk loon voor gelijk werk af te dwingen. We zorgden ervoor dat de minst beschermde werknemers van Europa, de platformwerkers, niet langer in de schijnzelfstandigheid kunnen worden geduwd. Dankzij de platformwerkrichtlijn zullen chauffeurs van Uber en koeriers van Deliveroo worden erkend als werknemers en krijgen ze het recht op sociale bescherming. We versterkten de strijd tegen kinderarmoede en maakten nieuwe regels om sociale dumping in de transportsector aan te pakken.

En daar bleef het niet bij. We maakten de weg vrij voor de Europese zorgplichtwetgeving. Zo zorgen we ervoor dat bedrijven en multinationals niet langer kunnen wegkijken van mensenrechtenschendingen, slechte arbeidsomstandigheden en milieuvervuiling bij onderaannemers in hun productieketen. We maakten het Europees handelsbeleid eerlijker, duurzamer en socialer. Producten gemaakt met dwangarbeid weren we binnenkort van onze markt. En wanneer we in de toekomst een handelsakkoord afsluiten, zullen de afspraken rond de rechten van arbeiders, mensenrechten en het beschermen van onze natuur afdwingbaar zijn. We bonden de strijd aan tegen wereldwijde ontbossing. Producten die bijdragen aan verdere ontbossing zullen binnenkort niet langer op de Europese markt kunnen worden verkocht. We investeerden in de Europese industrie van de toekomst en beschermden onze bedrijven tegen oneerlijke concurrentie door ook de milieukost van producten die buiten Europa werden geproduceerd in rekening te brengen.  

We trokken lessen uit de pandemie en leverden een plan af om de Europese Unie sterker en weerbaarder te maken bij volgende crisissen. En dankzij het parlement kwam er ook een mechanisme dat Europese budgetten moet beschermen tegen autocraten die ze misbruiken om de rechtstaat en de democratie in hun land te ondermijnen. Journalisten en mensenrechtenverdedigers worden in de toekomst beter beschermd tegen onrechtmatige rechtszaken en intimidatie door tegenstanders. We bonden de strijd aan tegen haat en geweld tegen vrouwen en personen uit de LGBTQ+ gemeenschap.

Tijdens de pandemie en de energiecrisis hielden we onze economie overeind met een historisch investeringsprogramma en beschermden we het inkomen van werknemers door de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen te verzekeren. We bouwden in sneltempo onze afhankelijkheid van olie en gas uit Rusland af en investeerden massaal in betaalbare en propere energie die we zelf produceren. We zorgden voor een wereldwijde primeur met de eerste wetgeving die artificiële intelligentie moet reguleren. We voerden een ban op de import van Russische conflictdiamant in.

We bleven achter Oekraïne en haar bevolking staan. En dat zullen we blijven doen.

Oekraïense gezinnen op de vlucht zochten en vonden hier bescherming, veiligheid en opvang. En we blijven Oekraïne steunen met militair materiaal en humanitaire steun. Omdat we weten dat hun gevecht voor vrijheid en democratie ook een strijd voor onze waarden is.

We leveren vandaag een Europese Unie af die beter is dan vijf jaar geleden. Sterker en socialer. En ik ben trots op wat we samen hebben gerealiseerd. Maar het werk is nog lang niet af. Onze samenleving staat voor grote uitdagingen en de wereld waarin we leven is de afgelopen jaren een pak complexer geworden. Maar ik ben ook hoopvol. Ik geloof dat we die uitdagingen aan kunnen als we samenwerken op het Europese niveau.

Dat is meteen ook mijn belangrijkste motivatie om opnieuw kandidaat te zijn bij de Europese verkiezingen van 9 juni. Als deze legislatuur iets heeft bewezen, dan is het dat we in Europa het verschil kunnen maken. Wie ons straks mag vertegenwoordigen in het Europees Parlement, dat doet ertoe.

Want verandering komt er niet plotsklaps. Vooruitgang bouw je stap voor stap. Door vandaag de problemen van mensen aan te pakken en zo morgen een beetje beter te maken voor ons allemaal. Dat is de kern van mijn politiek engagement. Dat is waar ik mij de afgelopen 15 jaar in Europa elke dag voor heb ingezet.

En dat hoop ik ook na 9 juni te mogen blijven doen.

 
Vorige
Vorige

Waarom Europa niet langer stilzwijgend kan toekijken naar de genocide in Gaza

Volgende
Volgende

Eerste wetgeving voor Artificiële Intelligentie is een feit