Waarom het lot van Taiwan ons allen aanbelangt

Terwijl Europese leiders hun onvoorwaardelijke steun blijven uitspreken voor Oekraïne, aarzelen ze openlijk om zich te mengen in de steeds verder gaande provocaties van China ten aanzien van Taiwan. China toelaten om van Taiwan een Hong Kong 2.0 te maken, zou een geopolitieke blunder van jewelste zijn.

De politieke spanningen in de Straat van Taiwan bereikten afgelopen weekend een ongezien hoogtepunt na de inofficiële ontmoeting tussen Taiwanees president Ing-wen en de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Kevin McCarthy. Niet alleen vormen de steeds zwaardere militaire oefeningen een bedreiging voor Taiwan zelf, ze geven ook een niet mis te verstane boodschap aan de Europese Unie en Verenigde Staten: moei jullie niet.

De ambitie van China is absoluut om Taiwan in te lijven. Ook Xi Jinping liet daar bij de start van zijn derde termijn als president geen twijfel over bestaan. Taiwan hoort bij China en er zal worden gewerkt aan een nationale hereniging, desnoods met geweld. Dat is geen nieuwe lijn. Na het omverwerpen van het democratisch bestuur in Hong Kong was al langer duidelijk dat China de aandacht steeds meer zou gaan richten op Taiwan. Bovendien is het geen groot geheim dat China met grote interesse kijkt naar de Westerse reactie op de oorlog in Oekraïne. Beijing haalt waardevolle lessen uit de Russische militaire operatie.

Wat wel nieuw is, is de openlijke twijfel over de steun die de Europese Unie en de Verenigde Staten moeten geven aan Taiwan.

Na zijn onderhoud met Xi liet ook Frans president Emmanuel Macron optekenen dat ‘Frankrijk geen vinger zou uitsteken’ om Taiwan te beschermen en waarschuwde hij ook Europese collega’s om zich verder te moeien in een conflict dat niet het onze is.

Xi’s boodschap is aangekomen. 

Maar Macron vergist zich schromelijk. Als de Europese Unie en de Verenigde Staten twijfel laten bestaan over hun steun voor Taiwan, is het glashelder wat de volgende stappen van China zullen zijn. Bovendien zijn er erg goede redenen waarom het Westen zich net wel ten volle achter Taiwanese autonomie zou moeten scharen.

Eigen keuze

Taiwan is een vrije en democratische samenleving, ongeacht de politieke claim die China vandaag legt op het eiland. Peking mag dan spreken van een afvallige provincie, in realiteit heeft Taiwan nooit deel uitgemaakt van de Chinese Volksrepubliek en kent ze al sinds 1949 een onafhankelijke regering. De keuze voor een democratisch bestuur is er dus één die enkel de Taiwanese bevolking toekomt.

Bovendien staat dat democratisch model in schril contrast met de manier waarop de Communistische Partij China vandaag in haar greep houdt. Dat contrast is belangrijker dan het lijkt. Taiwan toont dat er een alternatief bestaat voor de Chinese autocratie en houdt zo de gedachte van een democratisch bestuur op het Chinese vasteland in leven. En hoewel dat laatste een verre droom blijft, mogen we niet onderschatten welke impact een inlijving van Taiwan zou hebben op het idee dat China ooit zou kunnen ontsnappen uit de klauwen van de Communistische Partij van China (CCP). 

Vijandig overnamebod

Mocht China erin slagen om de autonomie van Taiwan neer te slaan, verankert het de autocratie in de hele regio. Ook andere democratische landen, zoals Japan en Zuid-Korea, lopen dan het risico zich te moeten buigen naar de wil van Peking. Dat is een bijzonder somber vooruitzicht voor democraten in de 21steeeuw. Een land als Taiwan steunen in zijn wil om een democratie te zijn, is in eerste instantie een uiting van het absolute geloof in de democratie zelf. We mogen niet nalaten om die democratische principes en mensenrechten te blijven uitdragen. Dat is niet alleen van belang voor de Indo-Pacifische regio, maar ook voor jonge democratieën elders in de wereld, zoals in Afrika en Zuid-Amerika.

Bovendien zou een vijandig overnamebod van China in Taiwan, naast een geopolitieke aardverschuiving, ook economisch een enorme impact hebben. Vandaag heeft China een enorme invloed op de wereldeconomie. China is de dominante speler op vlak van kritieke grondstoffen en de productie van duurzame technologie.

Met de inlijving van Taiwan zou China die dominantie nog verder kunnen versterken. Meer dan 60 procent van de totale productie van halfgeleiders, nodig voor zowat alle technologie die we vandaag kennen, van computers tot wagens, wordt in Taiwan geproduceerd. Wanneer we kijken naar de meest geavanceerde chips gaat het zelfs om meer dan 90 procent van de totale wereldproductie.

De afgelopen jaren is het besef in de Europese Unie gegroeid dat we die afhankelijkheid moeten afbouwen. Maar dat vraagt tijd. Een inlijving van Taiwan betekent ook dat de Taiwanese economie onder Chinese controle komt te staan. Het zou China een absolute almacht geven over de wereldeconomie. In die wurggreep zou ook de Europese economie zware averij kunnen oplopen.

Dit alles is geen pleidooi om het conflict met China onnodig op te zoeken. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen had gelijk toen ze enkele weken geleden sprak over een strategie van ‘derisking, not decoupling’. Risico’s wegnemen, zonder alle banden door te knippen. Maar dat betekent niet dat we Taiwan in de steek kunnen laten.

De Europese Unie moet de rug rechten en opkomen voor het Taiwanese zelfbestuur. Het tegenovergestelde zou wel eens het omgekeerde effect kunnen hebben. Dat is exact waarom het lot van Taiwan ons allen aanbelangt.

Vorige
Vorige

Bedrijven mogen niet meer wegkijken van mensenrechtenschendingen en milieuverontreiniging in hun waardeketen

Volgende
Volgende

Een assertiever Europa dat onze economische belangen beschermt