Meer samenwerking en betere coördinatie voor Europese defensie is nodig
Vrede en veiligheid op het Europese continent garanderen door te kiezen voor samenwerking. Dat was de droom en de visie van de Europese founding fathers. En die droom moeten we vandaag – aan de vooravond van zowel de 80ste herdenking van de bevrijding van ons continent en de dag van Europa, één dag later – meer dan ooit in leven houden. Maar in de wereld van vandaag, betekent dat ook dat de Europese Unie en haar lidstaten in staat moeten zijn zichzelf te verdedigen. Daarom heeft het Europees Parlement vandaag haar onderhandelingsmandaat goedgekeurd voor het investeringsprogramma voor de Europese defensie-industrie (EDIP).
De boodschap die wij vanuit het Parlement uitzenden is kristalhelder. Ja, we gaan de komende periode moeten investeren in veiligheid en defensie. Europa heeft een schild nodig. Maar laat ons dat vooral op een gecoördineerde manier doen, op het Europese niveau, en met een duidelijk doel voor ogen: de vrede, vrijheid en veiligheid van Europese burgers beschermen en de afhankelijkheid van de Europese Unie afbouwen.
Dat betekent: onze eigen defensie-industrie versterken. Vandaag kunnen we onze eigen productie wel opschalen, maar voor het grootste deel van onze bevoorrading blijven we wel afhankelijk van bedrijven uit de Verenigde Staten. Ik hoef jullie niet uit te leggen dat ook dat in tijden van Trump niet heel verstandig is. Daarom willen we het budget optrekken van 1.5 miljard euro naar 20 miljard euro. Maar tegelijk zeggen we dat dat geld enkel gebruikt mag worden voor investeringen in Europese bedrijven en op voorwaarde dat in de toekomst 70% van de componenten ook uit Europa afkomstig moeten zijn. Kleinere bedrijven en start-ups krijgen dan weer extra steun. Dat is een belangrijk signaal dat het ons menens is met het versterken van de industrie.
Maar er is nog een tweede goede reden voor het optrekken van dat budget. Meer gezamenlijk budget op Europees niveau is de beste garantie op meer samenwerking en betere besteding van de middelen. Want een stevige coördinatie van die defensieuitgaven is belangrijk. Het zou de belangrijkste les uit voorgaande crisissen moeten zijn: als de Europese lidstaten hun initiële reflex volgen om elk hun eigen pad te volgen en alle kanten uit te schieten, zijn het de Europese burgers die daar het gelag voor betalen. Wanneer we eenheid tonen en gecoördineerd te werk gaan, zijn we op ons sterkst.
En toch rekenen lidstaten met een eigen defensie-industrie zich vandaag maar wat gauw rijk en probeert iedereen op zijn of haar manier een graantje mee te pikken uit het nationale belang. Dat is niet alleen onverstandig, dat kost ons ook bijzonder veel geld. Kijk maar naar Duitsland, dat plots haar schuldenplafond loslaat voor massale investeringen in defensie, met als gevolg dat lenen voor kleinere en minder kapitaalkrachtige lidstaten duurder wordt. Of wat te denken van het recente nieuws rond de Belgische aankoop van Franse pantservoertuigen. Twee voorbeelden van hoe de nationale reflex van één lidstaat ons allemaal geld kost.
Samen, op een gecoördineerde manier, investeren is een betere investering. Het levert niet alleen operationele winst op, het zal ons ook geld besparen. En laat ons daarbij vooral ook een brede kijk houden. Want investeren in veiligheid is ook meer dan investeren in de productie van kogels en kanonnen. Het gaat over infrastructuur, cybersecurity, energie, technologie én over mensen.
De coördinatie moet ook op het Europese niveau getild worden. Daar wilt het parlement een sterkere rol voor de Europese Commissie, zeker in het plannen en realiseren van Europese veiligheidsprojecten van algemeen belang, zoals een Europese luchtafweerschild of een cyberschild om ons te beschermen van digitale en hybride aanvallen.
Tot slot vraagt het Parlement ook steun voor zij die vandaag de oorlog in Europa voor ons uitvechten: de bevolking in Oekraïne. De tijd van mooie woorden en vage beloftes is voorbij. Oekraïne heeft onze steun nodig, omdat we de veiligheid op ons continent niet mogen overlaten aan Trump en Poetin. We willen dat de lidstaten 5 miljard bijkomende steun gaat om de positie van Oekraïne in de Europese projecten te versterken en hun bijdrage aan onze gezamenlijke defensiecapaciteit te vergroten. Zij vechten deze oorlog ook voor ons. Het minste wat we kunnen doen is niet alleen in woorden, maar ook in daden achter hen blijven staan.
Met dit mandaat gaat het parlement aan tafel zitten met de lidstaten voor de onderhandelingen over het finale voorstel. Bij nationale lidstaten spelen vooral nationale motieven. Bij hen klinkt vandaag een heel ander geluid. Net daarom is het belangrijk te blijven herhalen waar we vandaan komen en welk doel we voor ogen hebben. Vrede, veiligheid en vrijheid voor het Europese volk. De geschiedenis leert ons dat we dat enkel samen kunnen realiseren.