Europees recht op reparatie moet consumenten helpen om toestellen vaker te laten herstellen

Gooi niet zomaar weg wat nog te repareren valt. Dat is het centrale idee achter het Europese ‘recht op reparatie’ dat vandaag door de Europese Commissie werd voorgesteld. In de toekomst moet het voor consumenten makkelijker worden om apparaten ook na de garantieperiode te laten reparen. “Door enerzijds producten duurzamer te ontwerpen en anderzijds reparaties aantrekkelijker te maken, kunnen we de levensduur van producten verlengen. Zo springen we ook beter om met de al zo schaarse kritieke grondstoffen die we hebben,” zegt Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt.

Iedereen kent het probleem. Een tijdje geleden kocht je een toestel en vlak na het aflopen van de garantieperiode gaat het stuk. Nog veel te vaak belandt het ding dan in de vuilnisbak. De verkoper komt niet meer tussen en vaak is het moeilijk om via de producent een reparatie aan te vragen. “Met het Europees recht op reparatie wilt de Europese Commissie er voor zorgen dat dergelijke apparaten ook na de garantieperiode vaker kunnen worden hersteld,” zegt Van Brempt. “Producenten zullen meer informatie moeten delen over waar je terecht kan voor de reparatie. De reparateur zal in de toekomst verplicht worden om duidelijke informatie te geven over wat consumenten mogen verwachten.”

Dat zal gebeuren via een uniform herstelformulier. “Het bedrijf dat de herstelling kan uitvoeren geeft daarbij mee hoeveel de reparatie maximaal zal kosten en hoe lang de reparatie in beslag zal nemen. Ook moet duidelijk worden aangegeven of je tijdelijk een vervangtoestel krijgt,” zegt Van Brempt. “De informatie op dat herstelformulier blijft minimaal 30 dagen geldig, zodat consumenten ook zelf nog andere prijzen kunnen opvragen bij andere herstellers en op basis van deze informatie een duidelijke en geïnformeerde keuze kunnen maken.”

De Commissie wil dat de Europese lidstaten ook werk maken van een online platform waarop consumenten kunnen opzoeken welk toestel ze waar kunnen laten herstellen. “Ook na de garantieperiode moeten mensen makkelijk de weg vinden naar een reparateur voor hun kapotte toestellen.” In sommige lidstaten, zoals Frankrijk, bestaat een dergelijk platform reeds.

Samen met de Europese richtlijn rond ecodesign, die ervoor moet zorgen dat producenten hun toestellen duurzamer ontwerpen, zodat het later makkelijker kan worden hersteld, is dit een stap in de goede richting om de wegwerpcultuur aan te pakken. Al is er ook nog ruimte voor verbetering. “Naar een reparateur stappen moet zo toegankelijk mogelijk worden,” zegt Van Brempt. “Daarom moet het aanvragen van dat herstelformulier kosteloos zijn voor de consument. Ook willen we dat alle informatie over mogelijk herstel buiten garantie al bij de verkoop van het toestel wordt meegedeeld.” Van Brempt pleit onder meer voor het invoeren van een zogenaamde ‘reparatiescore’. “Bij de aankoop van een toestel moet het meteen duidelijk zijn of het ontwerp reparatie toelaat en moet alle informatie over waar je terecht kan voor herstel helder en gebundeld worden meegegeven aan de koper.”

Ook hier is het belangrijk dat lidstaten ervoor zorgen dat er voldoende onafhankelijke reparateurs en technici voorhanden zijn die dergelijke herstellingen kunnen uitvoeren. “Bijkomend investeren in technische opleidingen en het ondersteunen van kleine ondernemingen en zelfstandigen die zich specialiseren in dergelijke herstellingen is dan ook nodig.”

Tegelijk presenteerde de Commissie een voorstel om greenwashing in de verkoop van toestellen aan te pakken. Meer dan 40% van alle producten die worden aangeprijsd als duurzaam, groen of ecologisch, zijn dat in realiteit niet. “Bedrijven die hun producten als duurzaam willen aanprijzen, mogen dat in de toekomst enkel doen op basis van officiële ecologische certificaten en duurzame labels.”

Vorige
Vorige

Wat Demir niet vertelt over het Vlaamse en Europese klimaatbeleid

Volgende
Volgende

Duurzame industrie heeft een toekomst in Europa