Europees Parlement wijst politieke heksenjacht van Viktor Orbán af

Het Europees parlement stemde vandaag over zeven verzoeken tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid. Vooral de drie verzoeken van de Hongaarse regering zijn omstreden. Het gaat over parlementsleden Ilaria Salis (Italië - The Left), Klara Dobrev (Hongarije - S&D) en Péter Magyar (Hongarije - EPP). “Orbán organiseert politieke heksenjachten én instrumentaliseert daarbij de rechtsstaat”, zegt Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt. “Gelukkig heeft het parlement besloten daar tegen in te gaan en de immuniteit van de collega’s te beschermen.” De drie Hongaarse verzoeken werden verworpen.  

Normaal gezien is het opheffen van de parlementaire onschendbaarheid een formaliteit en gebeurt dat op verzoek van de lidstaten. “In normale omstandigheden volgt het parlement daarbij het verzoek van de lidstaat, zodat het gerecht zijn werk kan doen. Maar in het geval van Hongarije ligt dat anders”, zegt Van Brempt. “Het gaat om twee partijleiders van de Hongaarse oppositie én een Italiaans parlementslid. Orbán probeert zijn tegenstanders monddood te maken.” Magyar ligt momenteel in de peilingen voor op Viktor Orbán. Dobrev werd aangeklaagd omdat ze had verklaard dat een lokale ambtenaar betrokken was geweest bij een schandaal dat leidde tot het aftreden van Fidesz-politici.  

Eerlijk proces 

Eerder adviseerde de commissie Juridische Zaken (JURI) - die zich buigt over de verzoeken tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid – om in alle drie de gevallen de immuniteit van de drie parlementsleden te beschermen. “Bij zowel Dobrev als Magyar is het duidelijk dat de verzoeken politiek gemotiveerd zijn en vooral dienen om ongewenste concurrenten het zwijgen op te leggen”, zegt Van Brempt. “Dat we de immuniteit nu handhaven moet de leden van de democratische oppositie beschermen tegen de aanvallen van Orbán.” 

Bij de zaak van Ilaria Salis ligt dat anders. Salis wordt ervan beschuldigd deelnemers van de extreemrechtse “Dag van de Eer” in Boedapest te hebben aangevallen – een optocht waarbij neonazi’s uit heel Europa aanwezig zijn. “Het parlement spreekt zich niet uit over het feit of Salis al dan niet schuldig is”, zegt Van Brempt. “Wel bestaat er ernstige twijfel over de vraag of ze daarbij een eerlijk en behoorlijk proces zou krijgen. Er wordt ook gevreesd dat haar rechten bij detentie niet zouden worden gerespecteerd. Dat is de reden waarom het parlement beslist heeft om de immuniteit niet op te heffen.” 

Wel verantwoording  

Andere zaken tonen dat gevaar aan. Zo verklaarde het Duitse Grondwettelijk Hof de uitlevering van een andere activiste, Maja T., aan Hongarije ongrondwettelijk. De reden daarvoor was het reële risico op vernederende behandeling in de Hongaarse gevangenis. Ook de Duitse Hanna S. mocht zich - om dezelfde reden - voor de rechter in München verantwoorden, in plaats van in Hongarije. Salis heeft intussen aangegeven dat ze in Italië voor de rechter wil verschijnen. Daarvoor moet Italië een nieuw verzoek tot opheffing van haar immuniteit indienen. 

Volgens Van Brempt, die deel uitmaakt van de bijzondere commissie rond het beschermen van de democratie in Europa, is dit een zoveelste voorbeeld van Orbáns aanval op de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten. Parlementaire onschendbaarheid beschermt parlementsleden net tegen politieke vervolging en willekeur. Ze garandeert de onafhankelijkheid en integriteit van het Parlement en haar leden. “Orbán misbruikt zijn politieke macht om politieke tegenstanders aan te vallen. Dat toestaan, zou veel grotere gevolgen hebben voor de democratie in Hongarije en Europa.”